- Het is niet-microsoft, je bindt je dus niet aan een grote baas
- Het is gratis: je betaalt al genoeg voor de hardware
- Het is veilig: er zijn geen virussen en het hele systeem is gewoon veilig
- Het is open-source: het is vrij en gemaakt 'omdat je het nu eenmaal nodig hebt'
Een server op Windows
Oke, stel, je hebt de opdracht gekregen dat je bij een bedrijf een server moet gaan aanleggen die het e-mail verkeer voor het bedrijf regelt. Je gaat aan de slag: koopt een server en installeert Windows Server tweeduizendnogwat. Maar dan... Dan moet er een mailserver opgezet worden. Je gaat talloze websites en fora af op zoek naar een geschikt e-mailserver programma. Telkens als je denkt iets goeds gevonden te hebben blijkt het net niet die ene functie te hebben of niet beschikbaar te zijn voor de Windows Server versie die je hebt gekocht... Uiteindelijk, na een halve dag zoeken heb je een goed programma te pakken, waarvoor je enkele honderden euro's laat betalen.
Een server op Linux
Oke, je koopt dezelfde server en je begint met de installatie van een Linux editie. (in mijn geval openSuSE) Al tijdens de installatie wordt gevraagd wat voor software je wil installeren: een keurig rijtje met zogenaamde patronen, waaronder Bestandsserver, Mailserver, Webserver, DNS-server, Gateway, DHCP-server, LDAP-server enzovoort. Je vinkt mailserver aan en gaat verder. Na de installatie, die al met al ongeveer even lang duurde als de installatie van Windows Server nogwat ga je naar je configuratiescherm en stel je de mailserver in. Hoewel het instellen iets lastiger is dan bij het programma op Windows kom je met de handleiding vrij snel op het goede spoor en heb je een stabiel fool-proof mailsysteem.
En zo gaat het met praktisch alle software: klik en go. Dat is de kracht van de meeste linux distro's